Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zeide: De Filistijnen over u, Simson! En hij ontwaakte uit zijn slaap, en zeide: Ik zal ditmaal uitgaan, [36]als op andere malen, en mij [37]uitschudden; want hij wist niet, dat de HEERE van hem [38]geweken was. 36. Hebreeuws, gelijk maal in [of, op] maal; dat is, gelijk tevoren meermalen. 37. Gelijk iemand die geschoren is, of zich verwakkert en zijn kracht vergadert tot enig werk. Anders, ik zal mij schudden [uit hun handen]; alsof hij zeide: Ik zal mij lichtelijk uit hun handen redden. 38. Versta, zover, en ten aanzien daarvan, dat Hij hem die vorige kracht onttrokken had.